'Sit ie vast'
Wil van Son was aanwezig als bemanningslid tijdens de reis van Den Helder naar Vlissingen. Hier volgt haar verhaal:
Langzaam komen we los van de (Houtman)kade en volgen de armada. Het is fascineend om midden in een zomernacht met een schip van die afmetingen (11,32 m. breed en 62,50 m. lang) door Amsterdam varen. We blijven allemaal aan dek, zoiets beleef je immers maar ��n keer? Vanaf ons plekje op het bovendek kunnen we op de hoogste verdieping bij de grachtenhuizen naar binnen kijken. Menige Amsterdammer zal bij het zien van deze 'Ark van Noach' voor zijn deur, aan zichzelf getwijfeld hebben. Feilloos manoeuvreren de slepers het logge vaartuig door de grachten en met ontzag worden ook vanaf de wallekant hun verrichtingen gade geslagen. Aan het eind van de Jacob Catskade maken we een flauwe bocht naar links voor we de Kostverlorenvaart opdraaien. De Wiegbrug is nog drie bruggen verwijderd en de spanning stijgt toch wel iets. Als het maar geen brug te ver zal zijn, zo wordt alom opgemerkt.
De brugwachter heeft het raam opengedraaid en zijn hoofd naar buiten gestoken. We constateren dat we ruim vrij gaan van de openstaande brug. Maar dan ineens lijkt het alsof de 'Schorpioen' over een brug in de weg moet en plotseling is de weinige vaart die we liepen er helemaal uit. 'We zitten vast' is ieders gedachte. Stom staren we naar boven, maar daar is immers nog een meter ruimte tussen brug en schip. Misschien met wat extra kracht van de voorsleepboot. Vergeet het maar. Het is 02.55 uur en we zitten muurvast. We zijn nog maar nauwelijks aan het idee gewend of het licht van de electronenflitsers doorklieven de Amsterdamse nacht. ANP fotograaf, maar ook andere collega's schieten de eerste plaatjes en we vragen hen of ze er op hebben staan wachten. Onbegrijpelijk waar op dit uur van de nacht plotseling al die mensen vandaan komen.
Met het hoofdek liggen we op straatniveau en kunnen we met de Amsterdammers een praatje maken. Aan bakboordzijde is het minder gezellig, omdat we daar tegen de onderkant van de brug aankijken.
'Sit ie vast', is steeds weer de belangstellende vraag. Nou, je zou zeggen van wel!
Een dame die haar bedrijf uitoefend op de hoek van een nabij gelegen straat en gewend is in de late uurtjes te werken, pikt nu haar klandizie voor de afsluitboom vandaan. PTT ambtenaren die wachten op de postauto met de vroege bestelling en die over de brug moet komen, informeren of het nog lang gaat duren. Wisten we het maar!
Er wordt nog eens door de sleepboten getracht beweging te krijgen in de oude rammer, maar de Wiegbrug houdt haar klemvast in een natuurstenen greep. Nachtelijke passanten worden een handje geholpen als ze via het schip aan de andere kant willen komen en dat zijn er nog heel wat. Er wordt voor de zoveelste keer koffie gezet en we wachten op de dingen die komen gaan. En dat is niet lijn 13, want laten we nu precies deze tramlijn blokkeren. Wanneer het donker iets gaat wijken voor een volgende zomerdag komt de eerste wachtende voor lijn 13. Mogelijk staat deze figuur hier al 12 jaar op het zelfde tijdstip van de dag, dus ook nu op 23 juli. Anderen sluiten zich bij hem aan. Al zwaaiend trachten we duidelijk te maken dat het oude vertrouwde vervoermiddel voorlopig wel niet zal komen. Duf kijken ze onze richting uit en volharden in hun wachtende houding. E�n van onze bemanningsleden klimt over de railing en beent met grote stappen de weg over die wij blokkeren. We zien hem tegen een gevel op loeren en dan roept hij: 'Weten jullie welke weg we blokkeren? Het is de Admiraal de Ruyterweg!'
Twee en twintig uur bleef de 'Schorpioen' muurvast zitten. Het is de Amsterdamse Wiegbrug echter niet gelukt het schip de weg naar Zeeland te belemmeren. Het werd een etmaal waarin het schip niet alleen in Nederland via pers, radio en tv grote bekendheid kreeg en er vele foto's in de grote dagbladen verschenen.
Met behulp van nog eens twee extra sleepboten werd de 'Schorpioen' uit haar benarde positie bevrijd, nadat eerst met diamantzagen de doorgang wat breder was gemaakt. Werd aanvankelijk gedacht dat de oude dame wat uitgezakt was, later bleek dat de doorgang toch te smal was. Daarna werd het schip naar de Sumatrakade in het IJ versleept en moest de bovenbouw gedeeltelijk worden verwijderd. Op deze wijze werd het schip op 'Rijnhoogte' gebracht (8.60 m.). Via het Amsterdam-Rijnkanaal, de Lek en de Noord ging het nu verder richting Zeeland. Zes dagen later dan verwacht arriveerde de 'Schorpioen' in Vlissingen.
Deze tekst is overgenomen uit het boekje 'Ramschip Schorpioen, een maritiem monument behouden' door Doeke Roos.