Willem Schoutenstraat 1935 - 1958 door Ben Berndsen (2008)
Beste Mensen,
Even voorstellen, en nu niet lachen: Ik ben Ben Berndsen en van 1935 tot 1958 heb ik in de Willem Schoutenstraat no. 49-1 hoog gewoond. Dat was van mijn eerste tot mijn 24ste jaar.
Ik kan jullie verzekeren dat er momenteel van alles bij mij naar boven komt borrelen. Dingen die je al lang vergeten was komen weer terug. Misschien kunnen jullie er iets mee.
Daar gaat tie;
Toen mijn ouders er kwamen wonen, het is het hoekhuis, moest er 25 cent extra huur betaald worden want er kwam een mooi uitzicht. Dat is dus 25 jaar later het Rembrandtpark geworden.
Tegenover ons was de ELBO de kruidenier, schuin aan de overkant OLIEMANS, de melkboer en op de ander hoek OTTEN, de bakker. Onder ons de slager.
Onder de poort was PIJNACKER een zuivelwinkel en op de andere hoek MULDER de kruidenier, die PIJNACKER trouwens was zomers ook nog ijsverkoper. Ja, het was best een gezellig buurtje.
Sociale controle was er ook, bijvoorbeeld toen mijn ouders een keer niet thuis waren en ik mijn vriendin mee naar boven had genomen, wist mijn moeder de volgende dag via de overbuurvrouw, mevr. KROON, (die naam vergeet ik nooit meer) hoe laat wij naar binnen waren gegaan en hoelang we binnen waren gebleven.
Verderop in de van SPIL zat vlak voor de poort naar het Mercatorplein ook nog een houthandel, daar heeft wekenlang RINUS MICHELS op krukken rondgehuppeld, uit verveling neem ik aan.
Die woonde toen op de Orteliuskade.
In de polder vlak bij het zwembad (Jan van Galenbad) lag de boerderij van Dirk v.d. Broek, de groot grutter, zijn vader. Daar kreeg je in de oorlog tegen inlevering van, naar ik meen, 5 kilo groen afval 2 liter taptemelk voor.
Mijn eerste bekeuring kreeg ik toe ik 12 jaar was en ik over het gras van het Mercatorplein liep naar de halte van lijn 13. Nou dat was schrikken, als straf moest ik op het hoofdbureau aan de Marninxstraat komen, en samen met anderen criminelen een opstel schrijven over mijn misdaad.
Aan de westzijde van het Mercatorplein begon v.d. Broek zijn melkwinkel, met uitbreng, daarna nam hij de er naast gelegen drogisterij over, en zo is hij begonnen. (midden jaren 50) Op de hoek verkocht hij later gebraden kippen.
Oorlog voeren deden we ook, de VAN SPIL en omgeving tegen de HUDSON en omgeving met de trambaan op de Hoofdweg als grens. We waren gewapend met pijl en boog en knuppels.
Op het trottoir in de straten stonden toen geen auto�s maar bomen. Die bomen gingen in de winter van 1944 allemaal om, brandhout voor het wonderkacheltje. Dat was een rond metalen ding van 30 cm hoog en een middenlijn van 25 cm, met een roostertje. Reken maar dat het verse bomen hout enorm rookte in de kamer, want er zat geen schoorsteen aan het kacheltje.
Die bomen werden door de buurtbewoners omgezaagd, het trapportaal ingetrokken en verdeeld. Soms was er een leukerd die zich niet liet zien, maar als de boom omging, schreeuwde, POLITIE, waarop iedereen de benen nam en hij er met de boom vandoor ging.
Je kon toen nog zonder gevaar op straat spelen, zomaar op de middenweg, pinkelen, voetballen, honkbal met het Persil washout van je moeder.
Het voordeel van ons kruispunt was dat je de hele Willem Schoutenstraat, richting politiebureau (op no. 6) af kon kijken, en als oom agent zijn wijk in ging wij hem zagen aankomen.
(Tekst ingezonden door Ben Berndsen Sr.)
Historisch Archief De Baarsjes