De heer Corver
De heer Corver woont al zijn hele leven in de buurt en sinds 39 jaar op de Orteliuskade.
Hij zat zelf van 1935 tot 1940 op de Augustinusschool. Ook zijn vier kinderen gingen hier naar school.
Over de oorlog...
In de oorlog was het hierachter nog allemaal polders en glazen kassen voor komkommers. Daar is toen veel schade geleden. Regelmatig vielen er granaatscherven neer, dat kon je goed horen als je 's nachts in je bed lag. Overdag gingen we op zoek naar die granaatscherven en die lieten we dan op school aan elkaar zien. Het was niet echt spelen maar het was wel waar je je vrije tijd mee vulde.
Over spelen...
Wij waren met zijn achten thuis dus we hadden altijd wel een speelkameraadje. We hadden eenvoudig speelgoed wat we vaak zelf maakten omdat er geen geld was. Met een tennisbal bijvoorbeeld was je al dagen zoet. Wij hadden ook een hoepel en een bal. De hoepel maakten we van een oude fietsvelg, de bal van een prop papier en stukgesneden binnenbanden. Daar hebben we op straat eindeloos mee gespeeld.
Binnen deden we af en toe wel bordspellen omdat er verder geen ander vermaak was, zoals televisie. Maar meestal waren we buiten: bokspringen, pinkelen, krijgertje spelen, verstoppertje, trefbal en diefje met verlos. En stoepen natuurlijk. Met een bal tegen se stoep aan de overkant gooien, zodat de bal terugkaatste. Als dat niet lukte was je af. Mijn eigen kinderen deden dat ook nog toen ze klein waren.
Ook hadden we bijna elk jaar veel ijspret. Er lag altijd wel een paar weken sneeuw of ijs en dan gingen we schaatsen. Verder mochten we op speciale dagen een fietsje huren. Dat was 10 cent per uur maar we mochten maar een half uurtje want anders werd het te duur.
Bron: Orteliusbuurt vol verhalen. Uitgave Stichting DOCK, oktober 2006.
Historisch Archief De Baarsjes